Esther 3:13
Print
De brieven moesten zo snel mogelijk door boodschappers rondgebracht worden naar alle provincies van het koninkrijk. In de brieven stond dat op één bepaalde dag alle Judeeërs gedood moesten worden. Alle Judeeërs, van jong tot oud. Ook de kleine kinderen en de vrouwen. Dat moest gebeuren op de 13e dag van de twaalfde maand, de maand Adar. En de mensen zouden alles wat van de Judeeërs geweest was, als buit mogen meenemen.
Koeriers brachten de brieven naar alle gewesten van het rijk. Zo werd overal dit bevel bekend: ‘Alle Joden, jong en oud, vrouwen en kinderen, moeten worden gedood op de dertiende dag van de twaalfde maand van het volgende jaar. Hun bezittingen mogen in beslag worden genomen.’
BasisBijbel (BB) © stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016; Het Boek (HTB) Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.